Binnen het onderzoek wordt gezocht naar 17 afwijkingen waarvan een erfelijke basis bekend is. Voorbeelden hiervan zijn: Cataract, Membrana Pupillaris Persistens (MPP), entropion en Progressieve Retina Atrofie (PRA). De leeftijd waarop een hond moet worden onderzocht wordt bepaald door de rasvereniging. In veel gevallen wordt op een leeftijd van 15 en 18 maanden begonnen met het onderzoek. Tevens is nestonderzoek mogelijk na het plaatsen van de chip voor de volgende oogaandoeningen: CEA, MPP, PHTVL/PHPV en Retina Dysplasie.
Het wordt aanbevolen de hond jaarlijks op aanwezigheid van, als erfelijk beschouwde, aandoeningen te onderzoeken. Sommige afwijkingen (bijvoorbeeld lensluxatie) ontstaan pas na enkele jaren. Een éénmalige test is dan niet voldoende, de afwijking kan zich immers nog later openbaren. Tot welke leeftijd het dier moet worden onderzocht verschilt per rasvereniging. Bij rassen waarvan bekend is dat nog op hoge leeftijd erfelijke oogafwijkingen naar voren kunnen komen, zal onderzocht moeten worden zolang de hond nakomelingen produceert.
Om het gehele oog goed te kunnen bekijken worden oogdruppels toegediend waardoor de pupil open gaat staan. Na ongeveer 30 minuten zijn de druppels goed ingewerkt en wordt de hond in een verduisterde ruimte onderzocht door de oogspecialist. Na het druppelen blijven de pupillen ongeveer nog vier uur wijd. Fel (zon)licht is dan niet prettig voor uw hond.
Vóór het onderzoek worden de gegevens van de hond en de eigenaar op het "rapport oogonderzoek" ingevuld en ondertekend door de eigenaar/houder, waarmee deze toestemming geeft om de uitslag door te geven aan de Raad van Beheer.
De RvB geeft de uitslag door aan de Rasvereniging als er een overeenkomst tussen deze twee partijen is. Ook wordt voor het onderzoek de identificatie (tatouage of transponder) van de hond gecontroleerd. Het oogonderzoek gebeurt zonder enige sedatie ("roesje") en is beslist niet pijnlijk.
Bij sommige rassen is het nodig om het oogonderzoek uit te breiden met een gonioscopie. (Dit kan ook op aanvraag indien het niet verplicht wordt). Wij verzoek u wel om dit bij het maken van de afspraak aan te geven.
De uitslag is na onderzoek direct bekend en kan als volgt worden geïnterpreteerd:
- ‘Vrij': Het dier vertoont geen verschijnselen van deze, erfelijke oogziekte(s).
- ‘Niet vrij': Het dier vertoont de klinische symptomen van de als erfelijk beschouwde oogziekte(s).
- ‘Onbeslist': Geringe afwijkingen passend in het klinisch beeld van deze, als erfelijk beschouwde oogziekte. Voortschrijden van het proces moet dit bevestigen. Het termijn wordt vastgesteld waarop er een herkeuring dient plaats te vinden.
De uitslag wordt vervolgens opgestuurd naar de Raad van Beheer, afdeling GGW en is 12 maanden geldig.
Het is van groot belang dat u de stamboom EN het eigendomsbewijs van de betreffende hond meeneemt naar de afspraak. Indien mogelijk kunt u, voorafgaand aan de afspraak, deze papieren faxen naar 0575-587 883 of mailen naar cpa@dgdierenartsen.nl. De kosten voor het erfelijk oogonderzoek dienen meteen na het onderzoek contant of per pin te worden voldaan aan de Graafschap Dierenartsen.